ELST- GroenLinks stapt per direct uit het presidium, oftewel de agendacommissie van de gemeenteraad van Overbetuwe. Volgens de partij faciliteert het presidium, dat eigenlijk een onafhankelijk orgaan dient te zijn, vooral het college. Het presidium staat de volksvertegenwoordigende en controlerende rol van de raad in de weg.
De afgelopen jaren werd GroenLinks in het presidium vertegenwoordigd door fractievoorzitter Hanno Krijgsman. Hij hamerde regelmatig op het belang van kwalitatief goede agenda-onderwerpen voor het in de hand houden van de agendadruk van de gemeenteraad en voor een goede en effectieve bespreking van onderwerpen.
Geen zin of tijd vergaderingen
Krijgsman: geeft aan dat het te vaak voor kwam dat de meerderheid van het presidium geen zin had om hiervoor de tijd te nemen, wat regelmatig geresulteerd heeft in vergaderingen:
- Waarvan men achteraf vond dat het anders had gemoeten.
- Een overvolle agenda, waardoor agendapunten aan het eind worden afgeraffeld.
- Vrijblijvende vergaderingen met het college die nergens toe leiden.
- Informatiebijeenkomsten van het college waarin weinig meer gedaan wordt dan het doornemen van een powerpoint die toch al bekend is.
Te weinig weerklank
GroenLinks had graag gezien dat het presidium veel kritischer was over de stukken die het college van B&W in de raad graag besproken wil hebben, maar kreeg hiervoor weinig weerklank. Krijgsman:
“Waar het presidium dan weer wel kritisch over is, zijn onderwerpen die politieke partijen aandragen. Die worden regelmatig afgewezen. Op deze manier is het presidium slechts een verlengstuk van het college, terwijl het juist moet zorgen dat de raad het college kan controleren en onderwerpen kan bespreken die onder inwoners leven.”
Voor GroenLinks is dit reden om uit het presidium te stappen. Krijgsman: “Ik sta voor een sterke raad die de inwoners serieus neemt en inwoners dient. En ik sta voor een raad die ruimte schept om erop toe te zien dat het college beloftes waarmaakt. Ik hoopte hier in het presidium aan bij te dragen maar moet helaas concluderen dat ik deze ambities beter buiten dan in het presidium kan waarmaken.”
